Iedereen wordt er beter van, maar niemand rijk
Blogs Energie+ Martijn Messing
Iedereen wordt er beter van, maar niemand rijk
Met een dikke Porsche rijdt een projectontwikkelaar een polder in, een provinciale zoeklocatie voor windmolens. De grond in de polder is van een aantal boeren, er wonen ook nog wat rustzoekende gepensioeneerden. De boeren zijn varkens- en melkveehouders en fruit- en groentetelers.
Met wat passen en meten kunnen er tien windmolens geplaats worden in deze polder. Tien joekels van misschien wel 190 meter tiphoogte die samen voor misschien wel 30.000 huishoudens aan stroom kunnen opwekken per jaar. Er is mogelijk geld te verdienen in deze polder. Daarom heeft de projectontwikkelaar zich goed voorbereid en heeft hij gelikte grondovereenkomsten bij zich.
Hij weet precies welke boeren het financieel zwaar hebben. Er is immers geen geld meer te verdienen in de varkenssector en alleen grote melkveeondernemers verdienen nog een karig inkomen. Misschien is het al zover dat een aantal van de polderondernemers noodgedwongen de lokale voedselbank moet bezoeken. Het aanbod van de meneer in de Porsche, om € 50.000 per jaar te betalen voor het verlenen van opstal voor een windmolen op zijn land komt dan ook als geroepen. De eerste tekenaars zijn al snel over de dam. Ze tekenen de overeenkomst met daarin een geheimhoudingsclausule met een direct opeisbare boete van € 100.000.
De missie van de ontwikkelaar is geslaagd. Die heeft nu een monopolie op de ontwikkeling van windmolens in de betreffende polder. Het heeft hem niets gekost, zelfs geen tekengeld. Nu zien of hij de lokale politiek mee krijgt om te mogen gaan ontwikkelen. Als die missie slaagt heeft de ontwikkelaar ook nog eens monopolie op het exploiteren van de windmolens en het leveren van de stroom uit zijn windmolens voor zeker 20 jaar. En dat terwijl de samenleving via de wet Opslag Duurzame Energie (ODE) per windmolen ongeveer € 300.000 subsidie per jaar per windmolen gaat betalen. Voor deze polder is dat maar liefst 10 (aantal molens) x 15 (looptijd subsidie) x € 300.000 = € 45miljoen.
Met het ophalen van zijn schouders verontschuldigt de meneer in de Porsche zich. Je kunt het hem toch niet kwalijk nemen dat hij gebruik maakt van het systeem. “Doe ik het niet, dan doet een ander het wel.” Duidelijk geïrriteerd gaat hij met wat luidere stem verder. “Je moet eigenlijk blij met me zijn, ik zorg er voor dat die boeren straks weer geld kunnen verdienen en die windmolens produceren duurzame energie, dat willen we toch? Dat maak ik allemaal mogelijk.” Hij trok extra hard op. Zijn Porsche was een Cayenne Hybride Plugin 2015, nagenoeg vrijgesteld van BPM (€ 649 in plaats van dik €10.000) en 14% bijtelling. Gemiddeld 1:11 rijdend met een accu-bereik van 18km; hoe krijg je het verzonnen?
Ik was in de polder om te zien of de bewoners open zouden staan voor de aanpak van de dorpsmolen. Die heeft als uitgangspunt: iedereen wordt er beter van maar niemand rijk. Maar ik besefte me direct dat ik dan ook mee zou moeten bieden met de prijs die projectontwikkelaars bieden.
Kunnen goede juristen geen wettekst bedenken waarvan de strekking is dat grondstukken waar windmolens komen, na zorgvuldige lokale afweging, onteigend kunnen worden door de gemeente ten behoeve van het algemene (en directe omgevings) belang? En kunnen een paar goede Kamerleden er niet voor zorgen dat daar een kamermeerderheid voor komt? Dan kunnen daarna de ontwikkelrechten aan de markt aangeboden worden met in het programma van eisen opgenomen een verregaande samenwerking met de lokale gemeenschap en goede omgang en compensatie voor de directe omgeving.
Martijn Messing